Kort maar krachtig was het spreekuur met Marjolein en Femke Halsema, toen zij begin november naar de Nieuwe Augustinus aan de Kamperfoelieweg kwamen om te luisteren naar onze verhalen uit de stad. Het is een goed teken dat er steeds meer bestuurders gehoor geven aan deze ervaringen. Alle verhalen hadden één gemene deler: woonproblematiek.
Bijstand Plus: want werk dat loont vanuit een bijstandsuitkering is bijna niet te vinden
Na jaren van stress vanwege een gebrek aan vaste verblijfplek en opgestapelde geldproblemen, probeert ondernemer Robert tot rust te komen. Hij heeft uiteindelijk een woning gevonden, en daardoor komt hij via het Buurtteam bij de Voedselbank/Sociale Markt en vraagt hij bijstand aan. Het is fijn dat hij de bijstandsuitkering ontvangt, dat geeft stabiliteit. Anderzijds ervaart hij veel druk en bureaucratie rond deze uitkering. De sollicitatieplicht bijvoorbeeld. Dat werkt enorm stressverhogend, en de vele regels en verantwoording die hij moet doen zorgen voor constante druk. Het systeem werkt niet stress-sensitief.
Bovendien ervaart hij dat het perspectief om te werken niet lonkend is. Ondanks regelingen zoals de uitstroompremie of vrijlating op werk, moet eigenlijk ineens met een goed salaris uitstromen en fulltime werken wil het lonend zijn. Ook dat verhoogt de stress. Wat nodig is om een leven op te bouwen is rust en overzicht. Kort samengevat: gun mensen de tijd om stapsgewijs uit te stromen en stapsgewijs inkomen uit werk op te bouwen. Dit idee heeft Robert uitgewerkt tot een nieuw systeem: Bijstand Plus. Dit systeem stelt individuen in staat om inkomen te verdienen zonder onmiddellijk hun volledige bijstand te verliezen. In plaats daarvan vindt een geleidelijke reductie van de bijstand plaats naarmate het verdiende inkomen toeneemt, waardoor werk wordt aangemoedigd terwijl financiële steun wordt geboden.
Robert heeft zijn eigen casus én Bijstand Plus uitgeschreven en overhandigd aan Marjolein Moorman. De wethouder die verantwoordelijk is voor de bijstandsuitkering en participatiewet in Amsterdam is Rutger Groot Wassink. Er wordt geprobeerd hen met elkaar in contact te brengen en het idee van Bijstand Plus verder uit te werken.
"Mijn nicht kwam op mijn werk verhaal halen:" hoe schulden bij familie en kennissen je leven verwoesten
Na het overlijden van haar man in 2011, erfde de tweede verhalenverteller zowel een koophuis als schulden. In de tijd die het kostte om haar leven weer op de rit te krijgen na het overlijden bouwden de schulden zich op. Het verlies in inkomen van haar man kreeg ze niet gecompenseerd. Ze werkt al 28 jaar op Schiphol in de beveiliging en heeft daar een vast contract van 24 uur. Ondanks haar baan en ondersteuning van professionals is het haar niet gelukt om schuldenvrij te worden.
Door haar formele schulden is ze al jaren afgesloten van warm water en verwarming. Met grote stressklachten kwam ze uiteindelijk uit bij de huisarts die haar doorverwees naar Plangroep. Het leefgeld was krap en zakte van €70 naar €30, en op een gegeven moment werd er geen leefgeld meer uitgekeerd omdat er veel achterstallige betalingen waren. Door haar koopwoning kwam ze destijds ook niet in aanmerking voor Pakjekans regelingen. Toen haar zoon 18 werd viel kindgebonden budget weg, en daalde de inkomsten nog verder.
Dat is het moment waarop ze begint te lenen bij vrienden en familie. Er was simpelweg geen geld meer over om het eten te betalen voor haar kinderen. Haar ouders sprongen bij om haar woning te kunnen behouden. Verder leende ze geld bij vrienden en collega’s om het hoofd boven water te houden. Geld dat ze niet terug kan betalen en dat in sommige gevallen gepaard gaat met woekerrentes. In een geval loopt het bedrag van €250 per dag op met €2,50, na een maand is dat bedrag €325, waarna de dagelijkse verhoging €325 is. Inmiddels staat er zo’n €3000 schuld uit bij haar informele netwerk.
Deze informele schulden hebben een grote impact op haar leven. Een nicht van wie ze geld had geleend kwam op haar werk verhaal halen waar haar collega’s bij waren. Het gaat gepaard met diepe schaamte richting familie: ze voelt zich niet meer welkom bij famliiebijeenkomsten. Haar hele ondersteuningsnetwerk is uitgedund en ze voelt zich alleen staan. Andere informele schuldeisers dreigen dagelijks om haar via sociale media als wanbetaler neer te zetten.
Aan haar formele schulden wordt momenteel gewerkt. Er zijn nog routes te bewandelen via het hypotheekteam (bijv inzetten overwaarde voor afbetalen schulden) en in onderhandeling met de energieleverancier. Ze wordt daarbij actief ondersteund door Buurtteam en Leefkringhuis. De meeste urgentie heeft echter de informele schuld. De impact daarvan is preferent, maar de ondersteuning is er op dat vlak niet. De schulden zijn niet geregistreerd en gaan via contante betalingen.
Welke (indirecte) mogelijkheden heeft de gemeente om verlichting te geven rond informele schulden? Dat is de vraag die bij dit verhaal centraal stond. Het blijkt een nieuw en ingewikkeld onderwerp voor de gemeente. Zou je informele schulden voor formele schulden laten gaan bij kwijtschelding en schuldsanering, dan zou het risico op misbruik groot zijn, omdat het moeilijk is om aan te tonen. Maar het is duidelijk geworden dat deze informele schulden vaak nog verwoestender zijn dan formele schulden in iemands persoonlijke leven, juist omdat je er geen hulp voor kunt vragen. Na ons beleidsgesprek in oktober en het opnieuw onder de aandacht brengen in november, zijn we nog niet klaar met dit onderwerp.
Het verhaal van Ronald: "als bewoner sta je in de hoek en met je rug tegen de muur"
Ronald woont sinds 1996 in zijn woning in een portiekflat in de Banne. Hij heeft er altijd met plezier gewoond. In 2021 ontstond er een vochtprobleem in zijn woning door lekkage bij het balkon van de bovenburen. Dat vocht zat tussen twee betonplaten en trok in de muren, in het tapijt, met zichtbare zwammen op de muren. Bij de woningbouwvereniniging krijgt hij geen voet aan de grond. Uiteindelijk stapt hij naar de Huurcommissie waar hij in het gelijk wordt gesteld. Hij wordt met terugwerkende kracht vanaf september 2023 gecompenseerd, en krijgt een huurkorting van 40%. In het rapport van de huurcommissie wordt alleen naar de zichtbare schade verwezen, en dus wordt alleen de zichtbare schade aangepakt. Dat het probleem in de constructie zit (achter de wand) wordt niet meegenomen. Toen de herstelwerkzaamheden werden uitgevoerd viel er een plint naar beneden en werd de contructie zichtbaar: de kunststof kozijn werden op hun plek gehouden met MDF platen, zonder verdere isolatie. Uiteindelijk is de woning wel gefixt.
Ronald is op zich blij met de huurkorting, met het compenseert niet de energie die het hem heeft gekost. Laat staan het verlies in woonplezier. “Het is het adres waar ik sta ingeschreven, het is niet meer m’n thuis, niet meer m’n huis. Als ik de brandweer in de straat zie staan en denk: wat als de boel in de fik vliegt? Dan is m’n gevoel: opluchting.”
En; de strijd is nog niet voorbij. De schade aan zijn inboedel bedraag zo’n €8000. De inboedelverzekering vergoedt de schade niet omdat het door achterstallig is veroorzaakt. Daarvoor moet hij weer naar Stadgenoot. Hij is inmiddels zo moe van het gevecht, dat hij weinig hoop heeft om daar gelijk te krijgen. "Gemeente, woon coöperaties, belangen organisaties zoals o.a. de Huurcommissie hebben mij het gevoel gegeven dat zodra “het loket gesloten” is en de werkdag erop zit jij/ik als mens niet meer bestaat. Maar voor ons sluiten de problemen niet na 5 uur, of in het weekend, waar wij mee te dealen hebben."
"Ik schaam me soms mijn ogen uit mijn hoofd," zei burgemeester Femke Halsema als antwoord, "als ik op bezoek ben in corporatiewoningen." Het is volgens haar alleen voor de gemeente niet makkelijk om de corporaties zover te krijgen structureler deze woningproblemen aan te pakken. Ze stelde voor om persoonlijk de directie van de woningcorporatie te bellen over het verhaal van Ronald. Maar dat hoefde niet. Achter Ronald staat een ambtenaar die al voor hem vecht. Zo lang er geen structurele oplossing komt, hebben we mensen zoals hen nodig om voor bewoners te vechten, en zien wij het dan maar als onze taak om bestuurders zo boos mogelijk te maken met deze verhalen.
Urgentie via de burgemeester en nóg in een schimmelwoning zitten: het verhaal van Sarah
Ook het volgende verhaal gaat over woonproblematiek. Alweer twee jaar geleden sprak Sarah tijdens een werkbezoek van de burgemeester aan de Spil in de Molenwijk haar verzoek om urgentie voor een andere woning uit. Ze woonde toen in een te kleine woning in de Molenwijk, die veel schimmel had, met vier kinderen, waarvan drie een beperking hebben. Ze kreeg de urgentie, maar na drie kwart jaar zonder nieuws, benaderde ze de burgemeester opnieuw tijdens een bezoek aan Buurthuis de Bol. Na enige tijd en met wat aanmoediging vanuit opbouwwerker Jeanette, ging een woordvoerder van de burgemeester zich hard maken voor haar zaak. Uiteindelijk kreeg ze een woning aangeboden. In eerste instantie was het aanbod teleurstellend; het betrof een kleine woning met vier kleine slaapkamers, een kleine schuine woonkamer en een ruime keuken. De vrouw van de corporatie die de rondleiding gaf, vertelde dat er meer woningen in de buurt beschikbaar waren. Na een bezichtiging pleitte ze voor de mogelijkheid om te kiezen tussen de aangeboden woning en een andere, ruimere woning met een vernieuwde voorpui en een grotere tuin, die € 75,- huur per maand duurder was. Het was fijn om te zien dat de woordvoerder zich hiervoor inspande. Hierdoor begon Sarah een afweging te maken en zich niet alleen maar tegen het aanbod te verzetten. Uiteindelijk koos ze voor de eerste woning omdat ze onzeker was over het betalen van de hogere huur. Helaas heeft de woningcorporatie niet alle gebreken in de woning gerepareerd en ook in deze woning is er sprake van schimmel. De voordeur sluit niet goed, en de corporatie wil daar niets aan doen. "Maar je kan niet wéér bij de burgemeester aankloppen als er weer van alles misgaat met je woning."
Dit verhaal maakt pijnlijk duidelijk hoezeer je echt je stem moet laten horen en ondersteuning hebben om serieus genomen te worden, zelfs na tussenkomst van de burgemeester. Bij een aanbod op basis van urgentie is het vaak slikken of stikken. Wanneer je mensen een keuze biedt, leidt dat tot een constructiever gesprek en neemt men verantwoordelijkheid. Tenslotte maakt het once again duidelijk dat woningcorporaties vaak als slechte dienstverleners functioneren. Het kost veel stress en tijd om achter de corporaties aan te gaan, en zij hebben moeite met klagende klanten.
Comments